Fryslân kent al jaren een lager aandeel jongeren met een havo- of vwo-diploma dan in de rest van Nederland. In 2016 behaalde 37% van de Friese jongeren een havo- of vwo-diploma, terwijl dit landelijk 44% is. Van de Friese jongeren behaalde 63% in 2016 een vmbo-diploma.
Een reden dat Friese leerlingen minder vaak een havo- of vwo-diploma halen lijkt te maken te hebben met het gemiddeld lagere opleidingsniveau van ouders. Het precieze opleidingsniveau van Friese ouders is niet bekend. Wel is duidelijk dat het gemiddelde opleidingsniveau van de Friese bevolking lager is dan landelijk. Leerlingen met hoogopgeleide ouders doen vaker een hoger opleidingsniveau dan leerlingen van laagopgeleide ouders.
Ook het lagere ambitieniveau van ouders en leerkrachten kan een reden zijn dat Friese leerlingen lager zijn opgeleid. Friese jongeren krijgen vaker een lager advies van hun basisschool dan hun score op de eindtoets (vaak een citotoets) aan geeft. In 2017 had 37 % van de Friese basisschoolleerlingen een hogere uitslag op de eindtoets dan het schooladvies van de basisschool. In heel Nederland was dit bij 33% van de leerlingen het geval. Leerlingen die dit betreft kunnen in aanmerking komen voor een heroverweging door de basisschool. In Fryslân gebeurde dit echter iets minder vaak dan landelijk.
De bereikbaarheid en afstand tot de school kan ook de keuze voor het opleidingsniveau beïnvloeden. Jongeren zouden eerder voor een lager niveau kunnen kiezen omdat de school dichter in de buurt ligt. Voor de meeste Friese leerlingen is binnen 10 kilometer een school met tenminste in de eerste drie jaar een aanbod op havo- of vwo-niveau. Wel is de gemiddelde afstand naar een vmbo-school met 3,1 kilometer kleiner dan de gemiddelde afstand van 5,1 kilometer naar een school met havo/vwo-niveau. Als in de toekomst vanwege leerlingenkrimp wellicht middelbare scholen met een havo/vwo-aanbod in Fryslân moeten sluiten, kan dit van invloed zijn op de bereikbaarheid en keuzes die leerlingen maken.