Werk is een belangrijk onderdeel van brede welvaart: werk verschaft mensen inkomen, vergroot de regie op hun eigen leven, structureert de tijd, brengt sociale contacten met zich mee, biedt ontplooiingsmogelijkheden en kan leiden tot waardering (WRR, 2020). Er is begrijpelijkerwijs veel aandacht voor werkgelegenheid en arbeidspotentieel, vanwege de krapte op de arbeidsmarkt (UWV, 2022). Veel werkgevers hebben te kampen met moeilijk vervulbare vacatures en personeelstekorten.
Waarschijnlijk zal dit tekort nog groter worden, gezien de verwachte afname van de omvang van de beroepsbevolking door een vergrijzende Friese bevolking. Om in de toekomst het werk met minder mensen gedaan te krijgen is veel aandacht voor leven lang ontwikkelen (SER, 2022). De monitor werk geeft een beeld van de arbeidssituatie in Fryslân. Er wordt niet alleen gekeken naar de feitelijke ontwikkelingen en trends, maar ook naar de ervaringen van inwoners van Fryslân.
Het aantal banen in Fryslân is in 2021 weer toegenomen met 2,4 procent tot 308.577. Die groei volgt op de lichte krimp van het aantal banen een jaar eerder en is iets groter dan de landelijke toename. Vooral in de sectoren Zorg en Welzijn, Bouw, Handel, ICT en Onderwijs was de banengroei sterk.
De meeste banen in Fryslân zijn nog steeds te vinden in de zorg (58.164), gevolgd door de sectoren handel en reparatie (51.070) en industrie en delfstoffenwinning (38.121). In vergelijking met landelijk is in Fryslân de werkgelegenheid in de verzorgende sectoren (gericht op de provincie zelf) relatief groot. Het aantal banen in de stuwende sectoren, die zich richten op de wereldmarkt en zo geld aantrekken van buiten de provincie, is relatief kleiner. De industrie en de landbouw zijn belangrijke stuwende sectoren voor de werkgelegenheid in Fryslân.
In de werkgelegenheidsstructuur zijn regionale verschillen: Zo werken in Noordoost Fryslân relatief veel mensen in de bouw en industrie. In Noordwest Fryslân is de agrofood een belangrijke sector. In Leeuwarden is dat het openbaar bestuur en zakelijke dienstverlening. Op de Waddeneilanden: toerisme en horeca. Zuidoost Fryslân kent een relatief groot aandeel in de handel en gezondheidszorg.
De arbeidsmarkt wordt in Fryslân, net als in andere provincies, gekenmerkt door een grote krapte. Dat betekent dat het voor werkgevers moeilijk is om openstaande vacatures te vervullen en geschikt personeel te vinden dat het werk kan doen. Een deel van die krapte zal van korte duur zijn, omdat die veroorzaakt is door de inhaalgroei na de coronacrisis. Maar een ander deel is structureel van aard en wordt veroorzaakt door afnemend aanbod door vergrijzing, groeiende vraag naar arbeid door economische groei, en een mismatch tussen competenties van werkzoekenden en de functie-eisen van werkgevers (UWV, 2022).
Het aantal openstaande vacatures is een goede indicator van de moeite die werkgevers hebben om geschikte mensen te vinden. De ontwikkeling door de jaren heen laat goed zien hoe de krapte zowel tijdelijke als structurele oorzaken heeft, zowel in Fryslân als daarbuiten. De trend is dat er sinds 2015 steeds meer openstaande vacatures zijn, doorbroken door een dip in het coronajaar 2020.
De meeste vacatures staan open in de sector commerciële dienstverlening, waar bijvoorbeeld ICT, retail, en vervoer en opslag onder vallen. Er is ook veel vraag naar technische beroepsgroepen, zoals monteurs en ingenieurs.
In 2021 was de netto-arbeidsparticipatie in Fryslân 69,8 procent, een fractie lager dan het landelijk gemiddelde. Dit is het percentage van de potentiële beroepsbevolking (die in 2021 bestond uit 481 duizend mensen) dat betaald werk heeft. Met name de arbeidsdeelname van vrouwen is in de afgelopen vijftien jaar sterk toegenomen, zowel landelijk als in Fryslân. De werkloze beroepsbevolking, die geen betaald werk hadden maar daar wel naar zochten, was 4,1 procent groot. Dat is minder dan in het voorgaande jaar.
Om de huidige omvang van de economie te behouden zijn er voldoende arbeidskrachten nodig, zeker gezien de verwachting dat de potentiële beroepsbevolking in Fryslân door vergrijzing slinkt tot 2050 (CBS/PBL, 2022). Er zijn dus steeds minder mensen beschikbaar voor de Friese arbeidsmarkt.
Iemand die werkloos raakt, kan een WW-uitkering aanvragen. In Fryslân waren er in 2021 7.374 mensen met een WW-uitkering. Sinds 2014 is het aantal WW-uitkeringen in Fryslân elk jaar gedaald, met een trendbreuk in 2020. In dat jaar steeg het aantal werklozen kortdurend door corona. Uit onderzoek van UWV blijkt dat 61% van de werknemers die tussen maart en oktober 2020 hun baan verloren binnen een half jaar weer werk vond (UWV, 2021).
In 2022 ontving 4 procent van de inwoners in Fryslân een bijstandsuitkering. Vooral in Leeuwarden is het aandeel inwoners (6,5%) met een bijstandsuitkering hoger dan gemiddeld.
Niet iedereen is in staat te werken. De groep mensen met een arbeidsbeperking is divers en varieert van hoogopgeleiden met een lichte fysieke beperking tot mensen met een ernstige verstandelijke beperking zonder diploma. De arbeidsmogelijkheden van personen met een arbeidsbeperking lopen daardoor sterk uiteen. Mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen onder vier verschillende wetten vallen: de Wajong, WIA, WAO of de Participatiewet. De WAO is uitsluitend nog toegankelijk voor mensen die eerder een WAO-uitkering ontvingen en niet voor nieuwe aanvragen.
Werkenden in Fryslân hebben gemiddeld vaker een middelbaar of lager opleidingsniveau ten opzichte van landelijk. In Fryslân is 43 procent van de beroepsbevolking middelbaar opgeleid ten opzichte van 38 procent landelijk. De Friese beroepsbevolking past goed bij de sectorstructuur, waarin veel middelbaar opgeleiden gevraagd worden. Dat is bijvoorbeeld zo in grote sectoren in de Friese economie als zorg, industrie en agro.
Tegelijk is het een aandachtspunt, omdat opleidingsniveau een belangrijke indirecte invloed heeft op brede welvaart. Zo hebben laagopgeleiden gemiddeld lagere ervaren gezondheid, lager inkomen en een grotere kans op werkloosheid (Van de Werfhorst et al., 2019; CBS, 2022).
De arbeidsmarkt verandert. De vraag naar arbeid flexibiliseert, werkgevers stellen steeds hogere eisen aan werkenden en door technologische ontwikkelingen verdwijnen banen en komen er weer andere bij. De opleiding, werkervaring en/of vaardigheden van werknemers en werkzoekenden sluiten dan ook niet altijd één-op-één aan op de functie-eisen van de werkgevers.
Voor de veerkracht van de regionale economie is wendbaarheid van de werkenden belangrijk. Dat vergroot ook de baankansen van werkenden zelf. Daarom stimuleert de overheid mensen om te blijven leren, ook als ze al een baan hebben. Bepaalde groepen in de samenleving blijven echter achter in de deelname aan scholing. Uit landelijk onderzoek blijkt dat dit bijvoorbeeld geldt voor lager opgeleiden, ouderen, en mensen met een tijdelijk arbeidscontract (SER, 2019).
Ook in Fryslân blijkt dit zo te zijn. In 2021 gaf 62% van de hoogopgeleide inwoners van Fryslân aan een opleiding gevolgd te hebben voor het werk in de afgelopen twee jaar, terwijl dat onder laagopgeleiden 40% was. Zo’n scheidslijn loopt er ook naar leeftijd: 50-plussers leren het minst vaak bij via een scholingstraject op het werk. De meeste werkenden (65%) nemen deel aan scholingsmogelijkheden om zich te ontwikkelen en hun vaardigheden op peil te houden. Een kwart (27%) deed mee omdat zij verplicht waren om mee te doen. Dit zijn belangrijke inzichten voor zogenaamde Leven Lang Ontwikkelen programma’s.
Verder lezen:
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Zoekt u specifieke cijfers? We helpen u graag verder! Neem contact op met:
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.