Filter resultaten
Thema
Toon alles
Type
berichten gevonden

Bestaanszekerheid in Fryslân: aanknopingspunten voor regionaal beleid en verdiepend onderzoek

In de landelijke politiek is momenteel veel aandacht voor de bestaanszekerheid van mensen. De Commissie sociaal minimum[1] geeft het kabinet aanbevelingen voor het versterken van de financiële bestaanszekerheid. Bestaanszekerheid is echter een breder begrip, waarin ook wonen, onderwijs, gezondheid en perspectief een rol spelen.

Planbureau Fryslân beschikt in haar monitoren over veel gegevens. In dit artikel gaan we na of enkele oorzaken en gevolgen die de commissie noemt ook spelen in Fryslân. Welke aanknopingspunten zien we (aanvullend op het rijksbeleid) voor regionaal beleid?

Stijging aantal huishoudens dat moeite heeft met rondkomen

Is er in Fryslân sprake van bestaansonzekerheid? Uit panelonderzoek eind 2022 blijkt dat 16 procent van de Friezen moeite heeft met rondkomen. Dat is een forse stijging ten opzichte van 2020 (11%)[2]. Het gemiddelde besteedbare huishoudinkomen is in Fryslân lager dan in Nederland. En dit verschil is tussen 2011 en 2021 gegroeid van € 1.500 naar € 1.800[3]. Jongvolwassenen (tussen de 18 en 35 jaar) zitten meer dan gemiddeld in een kwetsbare financiële situatie[4]. Problematische schulden komen in Fryslân juist minder voor: het percentage geregistreerde huishoudens met problematische schulden ligt in Fryslân lager dan landelijk. Uitzondering daarop is Leeuwarden[5] want daar is het percentage juist hoger dan landelijk.

Hoeveel geld mensen elke maand tekort komen, hangt ook af van de huishoudsamenstelling en de gemeente waar iemand woont. Gemeenten hebben, gevoed door de lokale democratie, vrijheid bij het invullen van het gemeentelijke armoedebeleid. Op welke manier de verschillende Friese gemeenten invulling geven aan hun armoedebeleid is interessant om te onderzoeken.

Oorzaken van bestaansonzekerheid aanpakken

Als oorzaken van de bestaansonzekerheid noemt de Commissie sociaal minimum onder andere de flexibilisering van de arbeidsmarkt, de hardnekkigheid van kansenongelijkheid in het onderwijs, het tekort aan betaalbare woningen, en het bestaan van gezondheidsverschillen tussen lagere en hogere inkomensgroepen. Laten we de eerste drie oorzaken nu afpellen voor de Friese situatie.

De flexibilisering van de arbeidsmarkt kunnen we ‘meten’ met het percentage zzp-ers. Fryslân telt in 2022 ruim 50.750 eenmansvestigingen/zzp-ers, wat goed is voor 16,2 procent van de werkgelegenheid. Landelijk is dit 15,5 procent.

Bron: CBS, bewerking Planbureau Fryslân

Met een krapper wordende arbeidsmarkt zou je verwachten dat de onderhandelingspositie van werknemers beter wordt, ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In de zorg en het onderwijs zien we bijvoorbeeld dat de krapte leidt tot meer zzp-ers. Dat is vaak een vrijwillige keuze, omdat het financieel aantrekkelijk is. Dus niet alle zzp-ers zijn kwetsbaar. De krapte op de arbeidsmarkt wordt ook wel uitgedrukt in het aantal vacatures per 1.000 banen. Dit aantal is in Fryslân lager dan in Nederland (in 2021 40 resp. 45 per 1.000 banen[6]). De arbeidsmarkt is hier dus iets minder krap dan landelijk. De krapte op de arbeidsmarkt zal wel toenemen met het oog op de sterke vergrijzing[7] in Fryslân. Dat zal positieve gevolgen hebben voor de bestaanszekerheid.

Kansenongelijkheid in het onderwijs bestaat ook in Fryslân. In het schooljaar 2021/2022 scoort 48 procent van de Friese leerlingen in groep 8 op de eindtoets hoger dan het schooladvies dat ze van de leraar van groep 8 krijgen. Landelijk is dat 38 procent[8]. Achterliggende oorzaak is een complex van factoren, waaronder cultuurverschillen (“mbo’ers zijn ook of juist nodig”), een laag opleidingsniveau van de ouders en de grotere geografische afstand tot het hogere onderwijs[9].  Doordat het schooladvies lager is dan de eindtoets gaan minder leerlingen naar het vwo. Later stromen nog minder leerlingen door naar het wetenschappelijk onderwijs.

De cijfers leveren veel discussie op, zelfs over de vraag of actie nodig is. Echter, het is voor de toekomst van die leerlingen en voor de samenleving belangrijk dat alle talenten ten volle worden benut. Leerkrachten van groep 8 kunnen uitgedaagd worden om wat ambitieuzere schooladviezen te overwegen. Het vervoer naar hoger onderwijs kan laagdrempeliger gemaakt worden. Bijvoorbeeld door dit niet als een gezinsprobleem te zien maar te zoeken naar een collectieve (mienskip) oplossing. Er vinden in Fryslân pilots plaats met gratis huiswerkbegeleiding voor kansarme kinderen en met langere schooldagen waarin na schooltijd diverse activiteiten worden aangeboden. In Noordoost Fryslân zorgen Bouwen-aan-ambitie scholen voor een ‘groei-gerichte mindset’, gericht op het ontplooien van de talenten van leerlingen.

Het tekort aan betaalbare woningen is in Fryslân, vergeleken met de Randstad, betrekkelijk. Woonlasten vormen een grote kostenpost van huishoudens. In Fryslân bezitten naar verhouding relatief veel mensen met een laag inkomen een koopwoning[10]. Het tekort aan woningen heeft een prijsopdrijvend effect. Door de gestegen prijzen van koopwoningen en de stijgende hypotheekrente wordt het voor minder mensen mogelijk een woning te kopen. Huishoudens met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, maar dan moeten die er wel zijn. In Fryslân neemt de vraag naar sociale huurwoningen al een paar jaar toe[11].

Woningcoöperaties staan voor grote opgaven waar heel veel publiek geld mee gemoeid is. Jongeren blijven noodgedwongen langer thuis wonen. Landelijk gezien is het aandeel thuiswonende jongeren (van 18 tot 31 jaar) dat uit huis ging afgenomen van 19,1% in 2011 tot 16,7% in 2020[12]. Doorstroom van ouderen uit (te) grote huizen naar gerieflijke appartementen is niet altijd aantrekkelijk voor hen. Denk hierbij aan financiële overwegingen en het sociale netwerk in de omgeving. Regionaal woningmarktbeleid zou zich kunnen richten op onorthodoxe maatregelen voor deze twee groepen. Denk bijvoorbeeld aan woningsplitsing, woningruil of verhuistreintjes (A naar het huis van B, B naar het huis van C en C naar het huis van A), al dan niet met een financiële bijdrage ter stimulering.

Een Fries prijspeil nader bekijken

Naast de Commissie sociaal minimum doet ook het Nibud al jaren onderzoek naar bestaanszekerheid. Nibud noemt in zijn jaarverslag[13] als oorzaken voor de bestaansonzekerheid de hoge vaste lasten (energieprijzen, woninghuur) en de stijgende uitgaven. De Commissie sociaal minimum onderscheidt vier type uitgaven die bijna alle huishoudens hebben:

1. vaste lasten[14];
2. reserveringsuitgaven[15];
3. huishoudelijke uitgaven[16];
4. uitgaven voor sociale participatie[17].

De hoogte van een deel van deze uitgaven is in Fryslân niet anders dan in de rest van Nederland. Voor andere uitgaven ligt dat anders. Denk bijvoorbeeld aan vervoer, daarvan zijn de kosten voor huishoudens in een plattelandsregio hoger. Andere uitgaven liggen wellicht lager in Fryslân, bijvoorbeeld het uurtarief van een kapper of onderhoudstimmerman. Het is interessant om te onderzoeken of de hogere en lagere uitgaven tegen elkaar weggestreept kunnen worden.

 

Verzachten van de gevolgen van bestaansonzekerheid

Bestaansonzekerheid heeft grote persoonlijke en maatschappelijke gevolgen[18]. Laten we enkele van die gevolgen nader bekijken, te weten: eenzaamheid, onderbenutting van menselijk kapitaal, afname van sociale cohesie, verlies aan vertrouwen in de overheid, gezondheidsproblemen en niet-gebruik van voorzieningen. Zijn die in Fryslân anders dan in Nederland en is regionaal beleid nodig/mogelijk om deze gevolgen te beperken?

Het aandeel mensen dat eenzaam is, is onder laagopgeleiden (46%) hoger is dan onder hoogopgeleiden (37%)[19]. We noemen hier het aandeel laagopgeleiden – en niet laag inkomen- omdat er een sterk verband is tussen laag inkomen en lage opleiding en we de cijfers naar opleidingsniveau beschikbaar hebben in de monitoren van Planbureau Fryslân.

Eén van de negatieve maatschappelijke gevolgen van bestaansonzekerheid is onderbenutting van menselijk kapitaal. De arbeidsparticipatie is in Fryslân een klein beetje lager dan het Nederlandse gemiddelde. Er zijn wel grote verschillen tussen de opleidingsniveaus: 54,9 procent van de laagopgeleiden van 15 tot 75 jaar oud werkt, bij de hoog opgeleiden is dat 78,4 procent[20]. Afname van de sociale cohesie blijkt uit de volgende cijfers. Van de laagopgeleiden is 61 procent lid van een vereniging, van de hoog opgeleiden is dat 68 procent.  Van de laagopgeleiden wil 28 procent betrokken worden bij beleid van de gemeente, van de hoog opgeleiden is dat 47 procent[21] [22]. Wat zouden achterliggende verklaringen kunnen zijn voor dit grote verschil?

Bron: Planbureau Fryslân. De schaal van 1 tot 10 refereert aan de antwoorden van respondenten waarbij ze op een schaal van 1 tot 10 konden aangeven hoeveel vertrouwen ze hebben in de regering

Één verklaring zou een verschillende mate van vertrouwen in de overheid kunnen zijn. Planbureau Fryslân monitort vertrouwen in de politiek en verschillende overheidsinstanties tweejaarlijks. In de monitor is te zien dat vertrouwen in de landelijke politiek (Tweede Kamer en regering) laag is en is gedaald ten opzichte van een aantal jaren geleden. De mate van vertrouwen verschilt bovendien sterk tussen mensen met een verschillend opleidingsniveau. Bovenstaande figuur laat zien dat het vertrouwen in de regering onder hoog opgeleide inwoners van Fryslân een stuk hoger is dan onder inwoners die laag en middelbaar opgeleid zijn.

Gezondheidsproblemen zijn zowel oorzaak als gevolg van bestaansonzekerheid

Gezondheidsverschillen tussen hoger en laagopgeleiden bestaan in Fryslân[23], net als landelijk. Het verband tussen gezondheid (zowel lichamelijk als mentaal) en inkomen is ingewikkeld. De gezondheidsverschillen doen een oorzakelijk verband vermoeden, maar een vicieuze cirkel is aannemelijker: gezondheidsproblemen kunnen leiden tot armoede en armoede kan leiden tot gezondheidsproblemen. Het doorbreken van deze vicieuze cirkel is niet alleen een kwestie van preventie, maar ook van andere maatregelen. Reden genoeg om in het (regionale) preventiebeleid specifiek aandacht te besteden aan de mensen die (bijna) in armoede leven. De Friese Preventie Aanpak[24] doet dit ook al.

Financiële bestaansonzekerheid kan ook leiden tot een verminderd vermogen om verstandig met geld om te gaan. Hier hebben we weer een vicieuze cirkel te pakken, want dit verminderde vermogen kan ook oorzaak van de financiële bestaansonzekerheid zijn. Welke maatregelen treffen de Friese gemeenten en is er zicht op het niet-gebruik van voorzieningen? Aanknopingspunten voor een dergelijk verdiepend onderzoek zijn te vinden in het tweede deel van het advies van de Commissie sociaal minimum, dat recent is uitgekomen[25].

Samenvattend, ‘moeite met rondkomen’ is in Fryslân gestegen, maar er zijn minder huishoudens met  problematische schulden dan landelijk. Oorzaken van bestaansonzekerheid, zoals een flexibele arbeidsmarkt en kansenongelijkheid in het onderwijs, lijken ook in Fryslân aan de orde. We zien daarom aanknopingspunten voor regionaal beleid, zoals het tegengaan van onderadvisering bij leerlingen in groep 8; woningmarktmaatregelen gericht op jongeren en ouderen (samen) en bij (preventief) gezondheidsbeleid rekening houden met (bijna) armoede. Tevens zijn er aanknopingspunten genoemd voor nader onderzoek. Planbureau Fryslân heeft de ambitie in 2024 onderzoek te doen naar armoede en bestaanszekerheid.

Voetnoten

[1] Commissie Sociaal Minimum, 2023, deel 1  Een zeker bestaan – Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum (overheid.nl)
[2] De samenstelling en verdeling van inkomens in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl). Vergelijking met een landelijk percentage is niet goed mogelijk omdat het CBS een ander ijkmoment hanteert en die gegevens niet op provinciaal niveau publiceert.
[3] Zelfde monitor. Gegevens over inkomen 2022 worden eind november ’23 verwacht.
[4] Nibud, Rondkomen en betalingsproblemen, 2022
[5] De samenstelling en verdeling van inkomens in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[6] Werk en arbeidspotentieel in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[7] Demografische overgang in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[8] Onderwijs in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[9] Bereikbaarheid in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[10] Beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl))
[11] Vraag naar sociale huurwoningen in Fryslân opnieuw toegenomen – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[12] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2023/19/steeds-meer-jongvolwassenen-werken-al-bij-verlaten-ouderlijk-huis
[13] Nibud Jaarverslag 2022: het leven moest betaalbaar blijven – Nibud
[14] Vaste lasten: huur, energie, water, lokale lasten, telefoon, televisie en internet, zorgverzekeringen, overige verzekeringen, onderwijs, contributies, abonnementen en vervoer
[15] Reserveringsuitgaven: voor aanschaf van kleding en inboedel, onderhoud van huis en tuin, zelfzorgmiddelen en risico van de zorgverzekering
[16] Huishoudelijke uitgaven: wekelijkse boodschappen voeding, was- en schoonmaakartikelen en persoonlijke verzorging
[17] Uitgaven voor sociale participatie: lidmaatschap sportvereniging, bibliotheek, recreatie en uitgaven voor op bezoek gaan of om bezoek te ontvangen
[18] Financiële bestaansonzekerheid gaat ten koste van de eigenwaarde van volwassenen en van hun lichamelijke en mentale gezondheid. Het vergroot de kans op eenzaamheid en vermindert het vermogen om verstandig met geld om te gaan. Ook verkleint het de veerkracht om de eigen positie te verbeteren. Velen trekken zich terug in hun eigen privé-wereld, verliezen het vertrouwen in de overheid, en nemen niet meer deel aan de samenleving. Daarnaast zien we dat bestaansonzekerheid gevolgen heeft voor de leerprestaties, gezondheid en toekomstkansen van kinderen die opgroeien in armoede. Financiële bestaansonzekerheid wordt ook zichtbaar in het toegenomen beroep op voedselbanken. De persoonlijke gevolgen van bestaansonzekerheid voor vele individuele huishoudens brengen aanzienlijke maatschappelijke kosten met zich mee, zoals onderbenutting van de kwaliteiten van mensen, problematische schulden en schuldsanering, kosten voor de gezondheidszorg en afnemende cohesie in arme wijken. Er zijn heel veel professionals uit diverse sectoren, waaronder de sociale zekerheid, het sociaal domein, de gezondheidszorg en het onderwijs, betrokken bij het proberen te herstellen van de gevolgen van financiële bestaansonzekerheid. Bron: Commissie Sociaal Minimum, 2023, deel 1 Een zeker bestaan.
[19] Welzijn in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[20] Werk en arbeidspotentieel in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[21] Deze cijfers komen uit Fries panelonderzoek. We hebben geen cijfers waaruit blijkt of dit landelijk meer of minder is.
[22] Meedoen en vertrouwen van inwoners van Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[23] Gezondheidsverschillen in Fryslân – Planbureau Fryslân (planbureaufryslan.nl)
[24] https://www.friesepreventieaanpak.nl
[25] Een zeker bestaan – Naar een toekomstbestendig stelsel van het sociaal minimum (overheid.nl)

Meer weten?

Verder lezen:

Heeft u vragen over dit artikel? Of wilt u reageren? Dan kunt u contact opnemen met:

drs. Tonny Huisink
drs. Tonny Huisink Onderzoeker E-mail Tonny LinkedIn 06 38982668
drs. Tonny Huisink
drs. Tonny Huisink Onderzoeker

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.

Sluiten