Er is in Fryslân een tekort ontstaan op de arbeidsmarkt en de verwachting is dat deze krapte de komende jaren zal toenemen. Dit zijn inzichten die blijken uit de vernieuwde Blue Delta Monitor, die Planbureau Fryslân heeft ontwikkeld in samenwerking met de Provincie Fryslân en Innovatiepact Fryslân. De monitor geeft een zo volledig mogelijk beeld en duiding van trends en ontwikkelingen van de Friese economie.
Als gevolg van demografische ontwikkelingen zullen er in 2040 ongeveer 32.000 minder mensen beschikbaar zijn op de Friese arbeidsmarkt. Niet omdat er een daling is van het totaal aantal inwoners, maar omdat de mensen binnen de grootste bevolkingsgroep, namelijk die tussen de 45 en 65 jaar, de komende jaren massaal met pensioen zullen gaan.
Als gevolg van de krimp in het aantal beschikbare mensen zullen er tekorten ontstaan in het voorzien in aantal werknemers, deze tekorten zijn echter niet evenredig verdeeld over de economische sectoren van de Friese economie. De gezondheidszorg-sector is de grootste sector in Fryslân als het gaat om het aantal banen. Bijna 19% van de werkenden in Fryslân is werkzaam in deze sector. Huidige voorspellingen laten zien dat er in 2033, over slechts 8 jaar, een tekort zal zijn van circa 2000 thuiszorgmedewerkers en 1500 verpleegkundigen (Planbureau Fryslân, 2024).
Maar ook bij andere sectoren lijkt de situatie kritiek te worden, denk daarbij aan de technische sectoren en ICT. Om ervoor te zorgen dat de situatie op de arbeidsmarkt niet problematischer wordt, is het van belang dat de instroom op de arbeidsmarkt vanuit het onderwijs goed aansluit op de vraag vanuit de economische sectoren. Waar zitten de grootste tekorten als het gaat om instroom vanuit het onderwijs? En welke rol kan het onderwijs spelen in het verbeteren van de balans op de arbeidsmarkt?
Het grootste verschil tussen de jaarlijkse vervangingsvraag en de instroom is te vinden bij de sector techniek en ICT op master-niveau. Dit houdt in dat de jaarlijkse vervangingsvraag veel groter is dan de instroom van schoolverlaters voor de stroming techniek en ICT op master-niveau. Terwijl er jaarlijks binnen deze stroming ruim 200 werknemers vervangen moeten worden in Fryslân, ligt de instroom vanuit het onderwijs op zo’n 45 mensen per jaar. Voor de sector techniek en ICT op bachelor niveau ligt de vervangingsvraag nog hoger, met zo’n 4,3% van de werkgelegenheid per jaar, wat neer komt op ruim 500 mensen per jaar die binnen de sector vervangen moeten worden. Hier staat er een instroom tegenover van 2,7% van de werkgelegenheid, ruim 300 mensen per jaar.
Een vergelijkbare situatie geldt voor de sectoren economie, rechten en gezondheidszorg op master-niveau. Opvallend is dat de jaarlijkse vervangingsvraag voor de sector techniek, bouw en procesindustrie op Mbo 4-niveau ook een stuk hoger ligt dan de instroom van schoolverlaters. Terwijl er binnen deze stroming jaarlijks ruim 500 werknemers vervangen moeten worden, ligt de instroom vanuit het onderwijs op een kleine 300 mensen per jaar. Eenzelfde trend geldt voor techniek en ICT op bachelor-niveau. Te stellen valt dat het tekort aan technici en ICT’ers op Mbo 4- en bachelor-niveau op de Friese arbeidsmarkt de komende jaren zal toenemen.
Dit is echter niet het geval voor technici en ICT’ers op Mbo 2- en Mbo 3-niveau. Hier ligt de jaarlijkse vervangingsvraag een stuk lager ligt dan de instroom van schoolverlaters. Men zou hier kunnen stellen dat de instroom van schoolverlaters te hoog is; er zijn meer mensen die toetreden op de arbeidsmarkt dan dat er mensen zijn die jaarlijks vervangen moeten worden. Hieruit valt te concluderen dat het arbeidsmarkt-technisch gezien wenselijk zou zijn dat leerlingen die een technisch Mbo-profiel volgen vaker zouden doorstromen naar Mbo 4-niveau in plaats van dat ze toetreden tot de arbeidsmarkt met een Mbo 2- of 3-niveau op zak. Dat zou natuurlijk onder de voorwaarde zijn dat ze dat ook in hun mars hebben. Ditzelfde geldt voor de andere leerstromingen; waar mogelijk doorschakelen van Mbo-niveau 1-2 naar 3-4 om beter aan te sluiten op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. De vervangingsvraag ligt bij de lagere niveaus over het algemeen immers lager dan bij de hogere niveaus.
Nu is de instroom vanuit het onderwijs niet de enige knop waaraan te draaien valt. Ontwikkelingen op het gebied van automatisering en digitalisering zorgen namelijk ook voor een inhoudelijke veranderende vraag naar arbeid. Steeds meer werkzaamheden zullen goedkoper uitgevoerd kunnen worden door computers en machines. Met het oog op de snelle ontwikkelingen op het gebied van digitalisering binnen de bedrijfsprocessen, is het van groot belang dat de Friese beroepsbevolking voldoende beschikt over digitale geletterdheid.
Als gevolg van ontwikkelingen op het gebied van digitalisering zal de komende jaren naar schatting 20% van de banen inhoudelijk veranderen. Voor het hele noorden betekent dit dat er om- of bijscholing nodig zal zijn voor zo’n 150.000 mensen (Doets et al., 2020). Dit vergt grootschalige samenwerking tussen bedrijven, de regionale overheid en onderwijsinstellingen. Leren en ontwikkelen wordt in het Noorden door zowel werkgevers als werknemers belangrijk gevonden. Toch blijkt het “Leven Lang Ontwikkelen” vaak lastig te implementeren. Dit is met name het geval bij kleinere organisaties die niet beschikken over professionele HR-stafafdelingen (Monitor LLO, 2023).
Er valt terrein te winnen op het gebied van het inrichten van een afwisselende inhoud van het werk door werkgevers. Het ontwikkelen van de capaciteiten van de eigen werknemers is van belang om te kunnen anticiperen op de transities op de arbeidsmarkt. Deze oplossing is bij vele werkgevers echter nog onderbenut. Het grootste obstakel dat werkgevers in de weg staat om werknemers (om) te scholen is dat deze mensen dan minder beschikbaar zijn voor werk. Dit sentiment dient echter losgelaten te worden, aangezien deze scholing juist van belang is om ook in de toekomst te kunnen voorzien in werknemers met de nodige kwaliteiten. Dan gaat het om kwaliteiten zoals digitale geletterdheid, die met het oog op toekomstige automatisering van groot belang zullen zijn.
Routinematige taken zijn vaker makkelijk vervangbaar door machines, robots en computers. De vraag naar beroepen met routinematige taken is in Fryslân groter dan gemiddeld in Nederland (Rouwendal, 2022). Op basis hiervan valt te stellen dat de Friese arbeidsmarkt hierom gevoeliger zal zijn voor de gevolgen van automatisering dan de gehele Nederlandse arbeidsmarkt. Maar tegelijkertijd is dit juist waar de kansen liggen als het gaat om het oplossen van de krapte op de arbeidsmarkt.
Werknemers die zich op dit moment nog bezighouden met het uitvoeren van routinematige (handmatige) taken, kunnen in de komende jaren worden opgeleid om de groeiende vraag naar niet-routinematige (handmatige) taken op te vullen. Dit is namelijk juist een groep waar een relatief grote vraag naar bestaat vergeleken met Nederland, denk daarbij bijvoorbeeld aan reparateurs, monteurs en installateurs. Deze groep werknemers is per definitie niet makkelijk vervangbaar door automatisering. Dit betekent dat voor een groot deel van de vraag naar arbeid in Fryslân, automatisering in de vorm van machines, robots en computers, voorlopig geen oplossing is. Vanwege de snelle ontwikkelingen op het gebied van AI is het echter lastig te voorspellen hoe lang het zal duren voordat niet-routinematige taken ook deels ingevuld kunnen worden door computers en machines.
Al met al kan het onderwijs veel betekenen als het gaat om het verlichten van de krapte op de regionale arbeidsmarkt. Dat houdt in: gerichter opleiden en scherp rekening houden met de (vervangings-) vraag die ontstaat op de arbeidsmarkt. Daarnaast valt er terreinwinst te behalen op het gebied van het inrichten van een werkomgeving waarin werknemers beter de mogelijkheid krijgen om daadwerkelijk een ontwikkeling door te maken, en het actief rekening houden met het (om) scholen van routinematig geschoold personeel tot niet-routinematig geschoold personeel. Met name met het oog op ontwikkelingen op het gebied van automatisering.
Bakens, J., Cobben, L., Abbink, H., Meijer, R., Dijksman, S., Fouarge, D., & Pestel, N. (2023). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2028. ROA. ROA Reports Nr. 003.
Doets, B., Nicolai, P., Edzes, A., Koster, S., Broekhuizen, T., Los, B., Hulsman, L., & Kruijf, de, B. (2020). De Stand van de Noord-Nederlandse Economie.
Monitor Leven Lang Ontwikkelen Noord-Nederland. (2023). Universiteit van het Noorden.
Planbureau Fryslân. (2024). De veranderende verantwoordelijkheid voor de zorg in Fryslân.
Rouwendal, H.-J., (2022), Balans van de economische veerkracht van Fryslân 2021 – Hoofdstuk 5. Zicht op skills in Fryslân.
Bekijk de Blue Delta Monitor. Voor vragen of opmerkingen kun je contact opnemen met onderzoeker Gerian Kuiper.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.