De bijdrage van een regionale economie aan brede welvaart is een belangrijk onderzoeksterrein dat Planbureau Fryslân graag willen helpen ontwikkelen. In dit artikel maken we onderscheid tussen vier vormen van die bijdrage: de smalle welvaart, sponsoring, het primair proces van bedrijven en hun bedrijfsvoering. Om vervolgens uit te komen op handelingsperspectief van ondernemers, consumenten en overheid.
Eind 2024 publiceerde Planbureau Fryslân de Blue Delta Monitor 2024[1]. Daarin staan veel gegevens over de Friese economie, bijvoorbeeld over de zes speerpunten van het economisch beleid van de provincie Fryslân. Ook staan in de Blue Delta Monitor randvoorwaarden voor de economie: wat maakt Fryslân aantrekkelijk om in te wonen, te werken en te leren? De Blue Delta Monitor is geënt op het Blue Delta Model dat is opgesteld door de samenwerkende partijen in de tripe helix.[2]
Blue Delta Model, bron: Innovatiepact Fryslân
Maar in essentie gaat het Blue Delta Model over wat de economie bijdraagt aan de brede welvaart van mensen. Dat beeld hebben we nog lang niet compleet, maar de monitor geeft eerste inzicht in wat de regionale economie kan bijdragen aan een schone natuur en gelukkige mens. Of aan de keuzes die ondernemers kunnen maken om meer maatschappelijk verantwoord te ondernemen.
Brede welvaart gaat over alles wat voor mensen van waarde is. Het gaat dus niet alleen over geld, economische waarden, maar ook over sociale en ecologische waarden. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid en vrije tijd.
Brede welvaartwiel, bron: Planbureau Fryslân
Het concept brede welvaart kan helpen bij het maken van keuzes, want niet alles kan tegelijk, overal en voor iedereen. De thema’s van brede welvaart moeten tegen elkaar afgewogen worden, bijvoorbeeld: meer werken of meer vrije tijd. Bij de afweging op boven-individueel niveau streven beleidsmakers naar een balans in de belangen van groepen mensen, bijvoorbeeld tussen generaties, of met mensen elders. In het economisch domein zijn er tal van spanningen tussen belangen, denk bijvoorbeeld aan vervuiling (planet) en uitbuiting (people) door bedrijven. Dit spanningsveld heeft een stroom aan wetgeving uitgelokt om de negatieve kanten van de economie in goede banen te leiden.
De universiteiten van Groningen en Tilburg geven het academisch onderzoek naar brede welvaart een zwengel door de bijzondere leerstoelen op het onderwerp. De oraties van Aleid Brouwer aan de RUG en Otto Raspe en Kim Putters aan de Tilburg University onderstrepen dat de bijdrage van economie aan brede welvaart nog relatief onontgonnen wetenschappelijk terrein is. Dit artikel beoogt een volgend puzzelstukje in te vullen. Vanuit een bedrijfskundige invalshoek onderscheiden we vier verschillende relaties tussen de economie en brede welvaart, te weten: de enge welvaart, sponsoring, het primair proces van bedrijven en hun bedrijfsvoering.
De eerste invalshoek is dat banen zorgen voor inkomen van huishoudens. Onderzoek naar de samenhang tussen de financiële situatie van iemand en verschillende dimensies van brede welvaart laten een sterk verband zien met inkomen, subjectief welzijn, huisvesting en milieu[3]. Er is ook een positief verband met baanzekerheid en maatschappelijke betrokkenheid, maar deze relaties waren niet significant.
Met een inkomen zijn mensen economisch zelfstandig, kunnen ze in hun behoeften voorzien en zelf keuzes maken om aan te schaffen wat voor hen van waarde is. Deze invalshoek raakt aan de smalle economische betekenis, materiële welvaart is één van de thema’s van brede welvaart. In dit verband is ook de relatie tussen inkomen en gezondheid van belang: hoe hoger het inkomen hoe groter de kans dat iemand langer in goede gezondheid leeft. Gezondheid is ook een brede welvaartthema, net als welzijn van werkenden en sociale cohesie. Want het hebben van een baan zorgt ook voor zingeving, een gevoel van erbij horen, sociale contacten en structuur in de week.
Een belangrijke bijdrage van de economie aan de brede welvaart is dus dat mensen in de economie een inkomen kunnen verwerven, en met dit inkomen andere, materiele en immateriële, zaken die voor hen van belang zijn.
De tweede invalshoek gaat over donaties en sponsoring. En dan bedoel ik niet zozeer de uitgaven aan marketing, bijvoorbeeld het logo op een sportshirt, waarmee een grotere en positieve naamsbekendheid wordt beoogd. Hier gaat het om de worteling van een bedrijf in zijn omgeving, de regio of het dorp waar ook de werknemers wonen. Dat een bescheiden of groter deel van de winst wordt besteed aan bijvoorbeeld evenementen die voor sociale cohesie zorgen. Een bijzonder voorbeeld is wat het bedrijf Afas onlangs deed. Een aanzienlijk deel van de aandelen werden ondergebracht bij twee stichtingen. Het dividend kunnen de stichtingen voortaan aanwenden voor goede doelen, zoals welzijn, sport en ontwikkelingssamenwerking. “Geld dat niet bedoeld is voor aandeelhouders, maar voor een betere wereld, aldus de oprichters.”[4]
Kortom, door sponsoring en donaties draagt het bedrijfsleven bij aan de verbondenheid met de omgeving en de sociale cohesie.
De derde invalshoek gaat over het primair proces van een onderneming, het product dat er gemaakt wordt. Voor elk product of dienst geldt dat er waarde aan toegekend wordt, want anders zou niemand ervoor willen betalen. Maar kunnen we deze producten en diensten ook linken aan één van de thema’s uit het brede welvaartswiel? Een taxibedrijf zorgt voor bereikbaarheid, een tandarts voor gezondheid, een huiswerkinstituut voor onderwijs, een bouwbedrijf voor woningen. De bedrijven hebben niet alleen een verdienmodel waarmee ze economisch gezond zijn, maar ook een bijdrage aan de samenleving. Door hun product of dienst hebben mensen toegang tot dingen die voor hen van waarde zijn, tot brede welvaart dus. In deze categorie vallen ook bedrijven die werken aan de transitie richting een circulaire economie, de energietransitie en aan geopolitieke veiligheid.
Dit roept de vraag op of er ook bedrijven zijn die niet bijdragen aan de brede welvaart. Tijdens de coronacrisis was er sprake van cruciale beroepen en vitale processen, in een andere context valt het woord bullshitbaan. Wanneer de krappe arbeidsmarkt noopt tot het maken van keuzes -wat doen we binnenkort nog wel en niet- is dit een interessante invalshoek. Welke bedrijfstakken dragen meer en minder bij aan brede welvaart?
Raspe betoogt dat de economie van koers moet veranderen om het doel van brede welvaart te bereiken.[5] Denk aan het type economische groei dat juist veel schade toebrengt aan milieu en klimaat. We maken afwegingen niet langer op basis van voornamelijk economische overwegingen, maar ‘ruilen af’ tussen verschillende onderdelen van brede welvaart en tussen verschillende groepen mensen. Daarbij is inzicht nodig in wat werkt en niet werkt en ook is een moreel kompas nodig.
Kim Putter spreekt over de ongelijke verdeling van brede welvaart, dat bijvoorbeeld mensen met ongezond werk en slecht geïsoleerde huizen extra geraakt worden door de uitputting van de aarde.[6] Putters’ leeropdracht gaat over het sturen op brede welvaart, dus over sturen op uitruilen tussen alle waarden en belangen en op verbinding tussen disciplines, domeinen en mensen. Putters schetst een zorgelijk beeld van een samenleving met minder vertrouwen in een rechtvaardige uitkomst. Hij pleit voor een nieuw breed welvaartscontract dat economische, sociale en ecologische belangen, doelen en waarden verbindt. Daarbij worden sociale en planetaire grenzen gerespecteerd, verdienvermogen versterkt, en de lusten en lasten van de maatschappelijke transitie rechtvaardig over groepen, regio’s en generaties verdeeld. Het poldermodel zal zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Kruisbestuiving van economen, juristen en sociologen kan game changers voor sturen op brede welvaart opleveren. Nieuw leiderschap verdient aandacht met zelfreflectie op de vraag ‘Wat draag jij bij aan het grotere geheel van onze brede welvaartseconomie?’.
Waar andere economen ervan uitgaan dat economische groei leidt tot meer brede welvaart, betoogt Aleid Brouwer[7] dat een gebalanceerd welzijn voor jezelf en je omgeving, met werkelijk alle waarden die het leven de moeite waard maken, ook betekent afscheid nemen van een groei-economie zoals we die nu kennen. In beginsel heeft groei van het bruto binnenlands product (BBP) positieve effecten. Echter, groeit het BBP in extreme mate, dan zien we negatieve gevolgen van deze groei: toename van welvaartsziekten, toenemende ongelijkheid, uitputting en opwarming van de aarde. Mensen vinden bestaanszekerheid, gelijkwaardigheid en zinvol werk belangrijk. Brouwer breekt een lans voor een basisinkomen en True of Fair pricing[8].
De bijdrage aan het grotere geheel van onze brede welvaartseconomie kan ook liggen in de manier waarop producten en diensten tot stand komen. Dit is de vierde invalshoek, de bedrijfsvoering. Hier is de vraag: doet een ondernemer het zo goedkoop mogelijk, met het risico van morele uitwassen, of is er ook oog voor people en planet? Deels worden bedoelde uitwassen tegengegaan door regelgeving. Denk aan gewasbeschermingsmiddelen, woonomstandigheden van arbeidsmigranten of het recht op repareerbaarheid. Bij deze regelgeving is handhaving nodig. Een ondernemer kan ook intrinsiek gemotiveerd zijn een extra stapje te zetten. Bijvoorbeeld met inclusief personeelsbeleid of transparantie over de waardeketen[9].
Uit onderzoek van Rabo Research[10] naar sociale ondernemingen blijkt dat het aantal ondernemingen dat naast de ondernemingsdoelstellingen (verplicht of vrijwillig) een klimaat-, energie- of sociaal doel nastreeft toe neemt. Deze ondernemers hebben minder last van de arbeidsmarktkrapte en een hogere omzetgroei, maar ook een hogere mate van (omzet)onzekerheid.
De Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid[11] deed onderzoek naar wat bedrijven ervan weerhoudt een grotere maatschappelijke bijdrage te leveren. Daaruit bleek dat er prikkels zijn om schadelijke gevolgen van bedrijfsactiviteiten af te schuiven op de samenleving. Voor ondernemers zijn maatschappelijk nuttige investeringen niet altijd aantrekkelijk. Wanneer er onzekerheid is over overheidsbeleid, dan worden maatschappelijk gewenste veranderingen zakelijke risico’s.
Maar bedrijven hebben een keuze. Ze kunnen bijvoorbeeld de waardeketen verkorten zodat meer zicht ontstaat op eventuele misstanden. Ze kunnen hun producten zo maken dat ze makkelijker te repareren zijn. De overheid kan met tal van instrumenten ondernemers uitnodigen tot grotere maatschappelijke keuzes. Voorwaarden zijn dat ten eerste de focus van overheidsbeleid minder op gevestigde belangen gaat liggen en dat, ten tweede, daarbij oog is voor de realiteit van het bedrijfsleven. Het zou interessant kunnen zijn om deze bevindingen meer in een Friese context te plaatsen en daar nader onderzoek naar te doen.
Idealiter past het stapje extra door ondernemers binnen een gezond verdienmodel. Dan gaat het over maatregelen die de winstgevendheid niet aantasten of zelfs bevorderen. Om toekomstige bijdrage van de economie aan brede welvaart te bevorderen identificeren Kievit et al.[12] in onderzoek dat binnenkort gepubliceerd wordt de belangrijkste sectoren op basis van locatiequotiënt. In Fryslân zijn dat de landbouw, industrie en zorg. Vervolgens wordt voor elke sector gekeken naar specifieke innovatie-opgaven, gelet op de ‘Next Economy’ thema’s: digitalisering en AI, robotisering, circulariteit, energie en milieu & klimaat.
Het stapje extra kan ook gaan om producteigenschappen waar een groeiende doelgroep extra voor wil betalen, bijvoorbeeld Fairtrade, biologische producten, groene stroom, enz. Er zijn consumenten met vliegschaamte en consumenten die pas minder gaan vliegen als de regelgever de vliegtax hoger maakt. Handelingsperspectief ligt dus bij consumenten, maar ook bij ondernemers en regelgevers. Denk daarbij aan Fair pricing, maatschappelijke verantwoord ondernemen en groene groei. Gaan we (pas) schoner produceren als milieuverantwoording in de jaarrekening verplicht is? Is de uitbraak van een dierziekte wellicht een goed moment om met dat soort bedrijvigheid te stoppen? Zijn er naast prijsprikkels, regelgeving en vergunningstelsel nog andere manieren om het gedrag van consumenten en ondernemers te beïnvloeden? Voor bedrijven is continuïteit van regelgeving van groot belang, investeringen moeten zich immers over langere tijd terugverdienen. Putters pleit voor een betrouwbare overheid die niet steeds het roer omgooit[13].
Met dit artikel worden consumenten, ondernemers en overheden uitgenodigd na te gaan wat hun concrete bijdrage aan brede welvaart van Fryslân kan zijn. Immers, in wat voor provincie willen we wonen?
Tonny Huisink, onderzoeker regionale economie bij Planbureau Fryslân, tevens projectleider van de Blue Delta Monitor.
Wouter Marchand, senior onderzoeker economie en ruimte bij Planbureau Fryslân
[1] Blue Delta Monitor
[2] Research- en Innovatiestrategie voor slimme specialisatie (RIS3) voor Noord-Nederland 2021-2027
[3] Hardeman et al., september 2022, Brede welvaart van werklozen en lage inkomens daalt het hardst
[4] NRC 3 febr 2025: Unieke stap: technbedrijf Afas doneert 30 procent…
[5] O. Raspe, oratie 4 november 2024 te Tilburg, Koersen op het kompas van brede welvaart.
[6] K. Putters, oratie 4 november 2024 te Tilburg, Navigeren op het smalle pad naar brede welvaart. Maatschappelijke transitie en ons poldermodel.
[7] A. Brouwer, oratie 10 januari 2025 te Groningen, Van gelijke kansen naar gelijke uitkomsten: Toekomstscenario’s met brede welvaart
[8] Het eerlijk prijzen van producten verwijst naar een benadering waarbij de prijs van een product of dienst recht doet aan zowel de waarde ervan voor de consument als de omstandigheden van de producent.
[9] Podcast Raboresearch Economie: Ondernemend naar Brede welvaart (1): voor centen en samenleving: Waar familiebedrijf Omefa verduurzaming nadrukkelijk ziet als dé manier om kosten te besparen en opbrengsten te vergroten, neemt Mezt een prominent maatschappelijk vraagstuk als vertrekpunt voor de introductie van technologische innovatie.
[10] De groei, adviesbehoefte en ambitie van sociaal ondernemers – Rabobank
[11] WRR-rapport nr. 107: Goede zaken. Naar een grotere maatschappelijke bijdrage van ondernemingen
[12] Fryslân onderneemt! Een onderzoek naar de structuur en dynamiek van de Friese economie, gepland juni 2025
[13] Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van dieselbedrijfswagens door elektrische busjes.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.